Een CARE-pakket, een kliniek en een kans: medische steun biedt overlevers van seksueel geweld in DRC veiligheid
Een smal zandpad slingert door het hoge gras en leidt naar hutten waar ontheemde families nu wonen. Kippen lopen vrij rond, bonen drogen in de zon en de stemmen van vrouwen waaien zachtjes uit de velden. Hier zit de 18-jarige Neema* in de schaduw af te wassen. Ze was pas 16 toen haar dorp in de Democratische Republiek Congo (DRC) werd aangevallen en ze het op een rennen moest zetten.
Wegen vormen een gevaar voor vrouwen
“Ik zat in een wiskundeles,” herinnert Neema zich. “Ik hou van wiskunde, omdat het gaat om het oplossen van complexe problemen.”
Haar klas werd stil toen er geweerschoten buiten te horen waren.
“In de verte riepen mannen allerlei bevelen. Onze leraar rende weg en liet ons achter. De directeur wilde dat we binnen zouden schuilen. Maar we zagen onze buren wegrennen, en daarom wisten we dat wij ook moesten vluchten. Als we waren gebleven, zouden we zijn vermoord.”
Die nacht sliepen Neema en haar klasgenoten langs de weg, in de kleren die ze die dag aanhadden. Drie weken lang liepen ze tot ze Oeganda bereikten, nog altijd op zoek naar veiligheid. Maar dit bracht Neema geen rust.
Ze verlangde naar haar ouders en haar zeven broers en zussen. Daarom keerde ze uiteindelijk terug naar de DRC, waar ze onderdak vond bij een oom. Wat er met haar familie is gebeurd weet Neema tot op de dag van vandaag niet. Voor het eerst in maanden had ze een plek om te rusten, maar echt veilig was ze nog steeds niet.
In de regio waar Neema woont kunnen wegen en voetpaden gevaarlijk zijn voor vrouwen en meisjes. Alleen al naar de velden gaan om te werken, naar school lopen of boodschappen doen kan hen in gevaar brengen.
Op een middag, toen Neema later dan gewoonlijk van school naar huis liep, werd ze overvallen.
“Twee mannen hielden me plotseling tegen,” zegt Neema zacht. “Ik was bang en rende weg.” Haar handen friemelen aan haar rok en ze kijkt niet op terwijl haar woorden sneller komen, alsof ze dit deel van het verhaal zo snel mogelijk achter zich wil laten. “Ze haalden me in, trokken me mee de bosjes in en verkrachtten me.”
Wat ze daarna deed heeft haar leven gered.
Zorgverleners die je kunt vertrouwen
Neema had via voorlichtingsgroepen geleerd dat overlevers van seksueel geweld gratis en zonder oordeel hulp konden krijgen bij het lokale gezondheidscentrum. “Ik had gehoord dat ze alles vertrouwelijk houden en meisjes zoals ik helpen. Daarom ging ik er meteen naartoe om hulp te zoeken,” zegt ze.
In de kliniek werd ze warm ontvangen. Er werd naar haar geluisterd en ze kreeg een post-expositie profylaxe (PEP)-kuur — medicijnen die de kans verkleinen dat je met het hiv-virus geïnfecteerd raakt, en daarmee het verschil kunnen maken tussen herstel en levenslang trauma. Bij de kliniek ontving ze een pakket met:
- PEP-kuur (alleen effectief binnen 72 uur na blootstelling)
- Een zwangerschapstest
- Antibiotica
- Noodanticonceptie
Het is essentieel dat overlevers van seksueel geweld zo snel mogelijk beginnen met PEP. Voor maximale effectiviteit moet de kuur zo snel mogelijk worden gestart — idealiter binnen twee uur en zeker niet later dan 72 uur na een mogelijke hiv-besmetting. Hoe eerder de behandeling begint, hoe groter de kans op succes.
Neema ontving van CARE ook een waardigheidspakket met zeep, een washandje en andere basisbenodigdheden.
“Ik was opgelucht. Ik had zoveel pijn, maar voelde me veilig. Ik wist dat ik niet bang hoefde te zijn voor uitsluiting of stigma, omdat ik hen kon vertrouwen. Ik heb ook met een psycholoog gepraat, die me hielp te begrijpen wat er was gebeurd en hoe ik ermee om kon gaan,” zegt ze.
Meer geweld maar steeds minder steun
In de DRC wordt seksueel geweld een steeds groter probleem. In de eerste vier maanden van 2025 werden meer dan 67 duizend gevallen gemeld — een toename van 38 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2024.
Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk veel hoger, omdat overlevers te maken hebben met stigma en zich daardoor stil houden. Veel vrouwen vrezen wraakacties, meer geweld of verstoting door familie, vrienden of hun gemeenschap, waardoor velen het misbruik nooit melden.
In conflictgebieden is seksueel geweld geen bijgevolg van oorlog, maar een doelbewust wapen. Gewapende groepen gebruiken het om gemeenschappen angst aan te jagen, families van hun land te verdrijven en het sociale weefsel te verscheuren.
“Het systematische gebruik van verkrachting als oorlogswapen is niet alleen een schending van de mensenrechten, maar een bewuste strategie om gemeenschappen te destabiliseren,” zegt Amadou Bocoum, landendirecteur van CARE DRC. “De verhalen die we dagelijks horen zijn hartverscheurend. Vrouwen en meisjes worden blootgesteld aan onvoorstelbare wreedheden, en hun levens worden voor altijd veranderd door dit geweld.”
Voor overlevers zoals Neema kan een PEP-kuur een gigantisch verschil maken. Zonder toegang tot de juiste gezondheidszorg zijn de risico’s enorm: sociale uitsluiting, ziektes en zelfs erger.
Maar door conflict is die gezondheidszorg — die in afgelegen gebieden al beperkt was — nog moeilijker te bereiken. In actieve conflictgebieden zijn wegen vaak onbegaanbaar, waardoor getraumatiseerde overlevers extra gevaar lopen wanneer ze een kliniek proberen te bereiken binnen die cruciale 72 uur na een incident.
Geen enkele overlever zou met lege handen een kliniek weer moeten verlaten. Toch zorgen bezuinigingen op internationale hulp ervoor dat voorraden opraken en talloze mensen essentiële ondersteuning mislopen. Slechts één op de vier gezondheidsfaciliteiten in het oosten van DRC heeft nog voorraden. Veel vrouwen lopen uren of zelfs dagen naar een kliniek, om vervolgens te horen dat er niets meer beschikbaar is.
Deze nachtmerrie, versterkt door de ernstige tekorten aan PEP-kuren, vormt dodelijke obstakels voor preventie en laat overlevers achter met verhoogde risico’s op soa’s, hiv en ongewenste zwangerschappen na verkrachting.
De weg naar veiligheid
In slechts één week aan het begin van 2025 werden in de Democratische Republiek Congo 500 verkrachtingszaken gemeld, waarvan 150 kinderen. Volgens UNOCHA ontving slechts 58 procent van de gedocumenteerde overlevers de juiste medische zorg binnen de kritieke 72 uur.
In Neema’s kliniek komen dagelijks nieuwe overlevers aan. Toen ze terugkwam voor een vervolgafspraak, zei het personeel dat zeven andere vrouwen die dag behandeld moesten worden. “Twee zijn al aangekomen; vijf zijn nog onderweg,” vertelde een verpleegkundige. De kliniek had slechts tien pakketten inclusief PEP-kuur beschikbaar voor de hele maand.
“Het gebrek aan toegang tot deze pakketen — die essentieel zijn om hiv-infectie te voorkomen na seksueel geweld — betekent dat overlevers, de mensen die dit het hardst nodig hebben, geen cruciale bescherming krijgen,” zei Bocoum.
“De steun die ik hier kreeg, heeft mijn leven veranderd. Zonder deze hulp zou mijn leven heel anders zijn geweest.” – Neema
Neema weet dat ze niet kan veranderen wat haar is overkomen. Maar ze weet ook wat haar heeft gered: een kliniek met open deuren, een zorgverlener met een PEP-kuut en een systeem dat haar niet in de steek liet.
Wat ze nu wil is dat elk meisje die dit meemaakt, dezelfde kans krijgt. Met de juiste steun kan die kans een belofte worden — geen uitzondering.
*Namen zijn gewijzigd om betrokkenen te beschermen.