‘Feminist Foreign Policy: A (Wo)Men’s Affair?’: verbinding en samenwerking

Tijdens het door CARE Nederland georganiseerde evenement ‘Feminist Foreign Policy: a (Wo)Men’s Affair?’, dat plaatsvond op 18 november 2022, bleek dat een feministisch buitenlandbeleid grond is voor verbinding en samenwerking. Tijdens het evenement in het Vredespaleis in Den Haag leidde Reintje van Haeringen (CEO van CARE Nederland) het gesprek tussen het maatschappelijke middenveld, stakeholders uit het Mondiale Zuiden en ambtenaren, zowel van Nederlandse bodem als uit Duitsland, Frankrijk en Canada.

Photo by Josh Estey/CARE

Tijdens de opening van het evenement wees van Haeringen erop dat ‘feministisch’ in feministisch buitenlandbeleid staat voor het veranderen van machtsstructuren, niet alleen wanneer het gaat om machtstructuren binnen het binaire begrip van man en vrouw, maar ook tussen alle genders en het Mondiale Noorden en Zuiden. Dit feminisme gaat over verbinding, empathie en gelijkheid.

Perspectieven op het feministisch buitenlandbeleid

Pascalle Grotenhuis, ambassadeur van vrouwenrechten en gendergelijkheid bij het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, benadrukte ook in haar speech het belang van het betrekken van mannen en jongens in de strijd tegen genderongelijkheid. “Genderongelijkheid is geen vrouwenkwestie,” adresseerde ze de zaal, “en kan ook niet opgelost worden door vrouwen alleen.” In Jemen, Burundi, Mali en de Democratische Republiek Congo zijn interviews afgenomen, die, vanuit ervaringsdeskundigheid in Afrikaanse gemeenschappen, hetzelfde aangaven.

Via een videoverbinding sprak de Jemenitische Safa Rawiah de zaal toe over hoe zij de ontwikkelingen in Nederland voor zich ziet vanuit een land dat de vruchten zou moeten plukken van de positieve effecten van een feministisch buitenlandbeleid. Ze spoorde beleidsmakers aan het gesprek aan te gaan en na te denken over hoe er omgegaan kan worden met landen waar conflict heerst en het stimuleren van vrouwenrechten belangrijk is en blijft, ook tijdens vredesbesprekingen en humanitaire missies.

Paneldiscussie tussen experts

Naast deze reflecties op het feministisch buitenlandbeleid, vond er een paneldiscussie plaats tussen Z. Exc. dhr. François Alabrune (ambassadeur van Frankrijk), Z. Exc. dhr. Cyrill Jean Nunn (ambassadeur van Duitsland), dr. Simon Collard-Wexler (politiek raadslid aan de ambassade van Canada), Laila Ait Baali (directeur van genderplatform WO=MEN) en Pascalle Grotenhuis (ambassadeur vrouwenrechten en gendergelijkheid bij het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken).

In de landen waarvan vertegenwoordigers aanwezig waren bestaat al een feministisch buitenlandbeleid, en deze vertegenwoordigers gaven aan hoe zij hiermee omgaan. Dr. Collard-Wexler vertelde dat een feministisch buitenlandbeleid zich blijft ontwikkelen. Laila Ait Baali gaf aan dat er meer nodig is in het ontwikkelings- en uitvoeringsproces dan de bestaande 3R-methode (rights, representation & resources) om hier goed mee om te kunnen gaan. Ze benadrukte het belang van het monitoren van de lokale impact die een buitenlandbeleid heeft en het belang van verantwoordelijkheid.

Al met al was het evenement een groot succes: in de zaal was een mix van vertegenwoordigers van ontwikkelingsorganisaties, het maatschappelijk middenveld, beleidsmedewerkers van Nederlandse ministeries, vertegenwoordigers van politieke partijen, academici en studenten aanwezig. Daarnaast keken partners van CARE Nederland in het buitenland mee. Zoals Reintje van Haeringen al aangaf in haar slotspeech is een samenwerking tussen deze verschillende lagen van stakeholders en beleidsmakers cruciaal om een feministisch buitenlandbeleid tot succes te brengen. CARE Nederland ziet dan ook uit naar de verdere samenwerking tussen deze verschillende groepen in de aanloop naar een Nederlands feministisch buitenlandbeleid, en is dankbaar een verbindende rol te hebben kunnen spelen tijdens dit evenement.