COP30: CARE blijft pleiten voor centrale rol van vrouwen in effectieve klimaatactie
Tien jaar na het Parijsakkoord lijkt de belofte om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C ons te ontglippen. 2024 was het warmste jaar ooit gemeten, met temperaturen die record na record braken. Klimaatrampen worden steeds vaker het nieuwe normaal. De klimaatcrisis vergroot bestaande ongelijkheden, vooral voor degenen die al in een kwetsbare positie verkeren – in het bijzonder vrouwen en meisjes.
Daarom gaat CARE dit jaar naar de internationale klimaattop COP30 met als centrale doel: het versterken van de positie van vrouwen en meisjes in klimaatactie, om veerkrachtige gemeenschappen te bouwen en duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. Daarnaast zal CARE zich dit jaar tijdens de klimaattop ook hard maken voor een aantal andere zaken, die vind je in onze position paper. Download nu de hele paper of blijf lezen voor een beknopte versie!
De aankomende klimaattop in Belém, Brazilië is een zeer belangrijke kans voor meer actie. Waarom? De recente uitspraak van het Internationaal Gerechtshof legt een duidelijke verantwoordelijkheid bij vooral rijkere landen, waaronder Nederland. COP30 kan daarom het moment zijn waarop landen gezamenlijk een geloofwaardig en ambitieus financieringsplan neerzetten om de klimaatcrisis echt aan te pakken en het 1,5C doel in zicht te houden.
Financiering voor klimaatactie
Al in 2009 beloofden rijke landen om de landen die het hardst worden getroffen door klimaatverandering te ondersteunen bij klimaatmitigatie en klimaatadaptatie, met een doel van minstens 100 miljard dollar per jaar tussen 2020 en 2025. Die belofte is niet nagekomen. Lees hierover meer in het Climate Finance Shadow Report van Oxfam en CARE.
Vorig jaar, op COP29, werd afgesproken om het nieuwe klimaatfinancieringsdoel (NCQG) te verhogen naar 300 miljard dollar per jaar vanaf 2035. Dat lijkt veel, maar gecorrigeerd voor inflatie is het nauwelijks een stijging. Bovendien ontbreken nog afspraken over de herkomst van het geld, de verdeling en het voorkomen van dubbeltellingen.
Tijdens COP30 moeten landen een duidelijke routekaart vaststellen om internationale klimaatfinanciering op te schalen tot minstens 1,3 biljoen dollar per jaar in 2035. Die routekaart moet aangeven wie wat bijdraagt en hoe de middelen worden opgehaald, bijvoorbeeld via belastingen op vervuilende activiteiten. COP30 moet bovendien een nieuw doel stellen om adaptatiefinanciering, dat sterk achterblijft, te verdrievoudigen tegen 2030. Ook moet het fonds voor het adresseren van klimaatschade worden aangevuld.
Versterking van adaptatie en veerkracht
Klimaatadaptatie vormt de kern van een effectieve klimaatrespons: het koppelt mitigatie aan de directe uitdagingen die gemeenschappen ervaren als gevolg van klimaatverandering. Om die reden werd het Global Goal on Adaptation onderdeel van het Parijsakkoord. Er is vooruitgang geboekt, maar veel afspraken blijven nog abstract. Nu moeten landen zich richten op concrete uitvoering.
Tijdens COP30 moeten onderhandelaars ervoor zorgen dat de afspraken uit het Global Goal on Adaptation worden vertaald naar concrete acties op lokaal niveau; kennis en middelen versterken, en de veerkracht van gemeenschappen vergroten. Adaptatie wordt alleen rechtvaardig en uitvoerbaar wanneer deze gekoppeld is aan financiering én lokale gemeenschappen de leiding hebben.
Gendergelijkheid voor klimaatactie
Vrouwen spelen een sleutelrol in landbouw, onderwijs en zorgsystemen. Hun kennis en leiderschap zijn essentieel om de grote uitdagingen van de klimaatcrisis het hoofd te bieden. CARE benadrukt dat dit erkend moet worden en dat het nieuwe Gender Action Plan – het plan om gender in klimaatactie centraal te stellen – tijdens COP30 aangenomen moet worden.
Het Gender Action Plan moet duidelijke garanties bieden: structurele financiering, daadwerkelijke deelname van vrouwen aan besluitvorming, en de integratie van gendergelijkheid in alle klimaatagenda’s en verdragen. Inclusie is cruciaal: vrouwen, meisjes, mensen met een beperking, inheemse gemeenschappen en andere gemarginaliseerde groepen moeten een centrale stem hebben in beleid, besluitvorming en uitvoering. Alleen zo kan klimaatactie écht rechtvaardig en effectief zijn.
Verantwoordelijkheid voor klimaatschade
CARE zet zich al jaren in om rijke landen verantwoordelijk te houden voor de klimaatschade die zij hebben veroorzaakt door langdurige uitstoot. De financiering voor klimaatschade – compensatie voor landen die het hardst worden getroffen door klimaatverandering – blijft nog ver achter bij wat eigenlijk nodig is.
Hoewel 27 landen inmiddels gezamenlijk bijna 789 miljoen dollar hebben toegezegd aan het fonds voor klimaatschade, is dat slechts een fractie van de honderden miljarden die werkelijk nodig zijn.
Ambitieuze mitigatie voor klimaatactie
Als het huidige beleid wordt voortgezet, leidt dat tot een opwarming van 2,7°C boven pre-industrieel niveau. Zelfs met bestaande nationale klimaatplannen en net-zero-strategieën blijft het 1,5°C-doel buiten bereik. 2025 moet daarom het jaar van koersverandering zijn. CARE pleit ervoor dat alle landen hun nationale klimaatplannen afstemmen op het 1,5°C-doel en rechtvaardige emissiereductieplannen ontwikkelen, met duidelijke doelen voor het volledig afbouwen van fossiele brandstoffen.
Tegelijk moet COP30 zorgen voor een rechtvaardige transitie: steun voor vrouwen en meisjes, lokale gemeenschappen en inheemse bevolkingsgroepen die zeer hard geraakt worden. Door fossiele afhankelijkheid af te schaffen en de energietransitie eerlijk te maken, kan er sprake zijn van echte klimaatrechtvaardigheid.
Download nu CARE’s position paper!
Wil je meer weten over CARE’s aanbevelingen voor COP30? Download nu de hele position paper!