“Nieuwe en additionele” klimaatfinanciering blijft uit

Nieuw rapport toont aan: Nederland en andere rijke landen blijven de belofte voor “Nieuwe en additionele” klimaatfinanciering breken.

Foto: Josh Estey/CARE

Het grootste deel van de door de rijke landen gerapporteerde klimaatfinanciering voor de ondersteuning van klimaatactie in ontwikkelingslanden komt rechtstreeks uit de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking, zo blijkt uit het (Engelstalige) rapport ‘That’s not new money’ van CARE. Dat is in strijd met de internationale belofte om nieuw geld vrij te maken voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Ook Nederland komt deze afspraak al jaren niet na. De Nederlandse publieke klimaatfinanciering komt uit een steeds kleiner wordende begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Daarmee betalen de allerarmsten de prijs voor klimaatverandering.

Klimaatfinanciering

Overstromingen, droogtes, mislukte oogsten en voedseltekorten als gevolg van de klimaatverandering bedreigen de levens van de mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden. Terwijl deze mensen het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering. Ook hebben zij meestal niet de middelen en invloed om zich hier effectief tegen te kunnen weren. Tijdens de klimaattop van Kopenhagen in 2009 zegden rijke landen daarom toe om vanaf 2020 “opgeschaalde, nieuwe en additionele financiering” van 100 miljard US-dollar per jaar te mobiliseren voor ontwikkelingslanden. Met deze financiering kunnen ontwikkelingslanden zich aan de klimaatverandering aanpassen en de gevolgen ervan te verzachten.

Het onderzoek van CARE laat zien dat rijke landen deze belofte massaal breken. Tussen 2011 en 2018 mobiliseerden zij gezamenlijk 220 miljard US-dollar aan klimaatfinanciering. 99 miljard US-dollar daarvan kwam bovenop het geld voor ontwikkelingssamenwerking in 2009, het jaar waarin de afspraak de afspraak van nieuwe en additionele klimaatfinanciering werd gemaakt. Slechts 14 miljard US-dollar van de totale klimaatfinanciering was additioneel aan de internationaal afgesproken norm voor ontwikkelingssamenwerking van 0,7 procent van het Bruto Nationaal Product (BNI).

Alleen Luxemburg, Noorwegen en Zweden vulden de afgelopen jaren hun klimaatfinanciering consequent aan op de begroting voor ontwikkelingssamenwerking. In tegenstelling tot Nederland. CARE berekende dat Nederland tussen 2011 en 2018 4,5 miljard US-dollar aan klimaatfinanciering besteedde. 22 procent hiervan, 1 miljard US-dollar, kwam bovenop de toegezegde 0,7 procent van het BNI voor ontwikkelingssamenwerking. Bovendien was het bedrag voor klimaatfinanciering nooit een aanvulling op het ontwikkelingsbudget uit 2009. 

Politieke keuze

De Nederlandse breuk met de internationale belofte is het gevolg van een politiek besluit. Nederland committeerde zich in 2009 namelijk wel degelijk aan nieuwe en additionele klimaatfinanciering. Helaas besloot het kabinet-Rutte I in 2010 het ontwikkelingsbudget geleidelijk te verlagen. De begroting ging van 0,8 procent van het Nederlandse BNI in 2010 naar een luttele 0,52 procent in 2021. In 2010 besloot het kabinet bovendien dat ook de kosten voor klimaatfinanciering uit dit budget moest komen. Klimaatfinanciering gaat zo ten koste van andere ontwikkelingsprojecten in ontwikkelingslanden. Nu betalen de allerarmsten de prijs voor klimaatverandering.

“Het is teleurstellend om te zien dat de ontwikkelde landen hun toezeggingen voor klimaatfinanciering nog steeds niet nakomen. Zelfs nu de situatie door droogte en ondervoeding in Kenia, Oost-Afrika en in de Hoorn van Afrika verslechtert. Het leven en de bestaansmiddelen van ongeveer 20 miljoen mensen worden hierdoor bedreigd. In de aanloop naar COP27 moeten rijke landen aantonen dat ze serieus werk zullen maken van het nakomen van deze toezeggingen”

Dr. Pacifica Achieng Ogola, Director, Climate Change Directorate, Ministry of Environment and Forestry in Kenya

Geen hulp

Als Nederland werk wil maken van klimaatrechtvaardigheid, dan mag klimaatfinanciering niet langer als ‘hulp’ worden gezien. Het is een essentieel onderdeel van internationale samenwerking en afspraken. Net als Luxemburg, Zweden en Noorwegen zou Nederland nieuw en additioneel geld moeten vrijmaken om aan deze internationale afspraken te voldoen. Niet de allerarmsten, maar de grootste vervuilers en sterkste schouders moeten de lasten van klimaatverandering dragen.

In het coalitieakkoord kondigde het kabinet eerder dit jaar een kleine verhoging van het ontwikkelingsbudget aan, maar dat wordt grotendeels opgeslokt door opvang van asielzoekers binnen de eigen landsgrenzen. Ook de jaarlijkse bijdrage aan publieke klimaatfinanciering gaat iets omhoog. Helaas blijven plannen om te garanderen dat deze verhogingen nieuw en additioneel zijn aan het ontwikkelingsbudget uit.

Dit doet CARE

CARE ondersteunt mensen op kwetsbare plaatsen om een duurzaam bestaan op te bouwen. Door mensen te helpen om zich aan te passen aan klimaatverandering, voorkomen we dat armoede en ongelijkheid nog verder toenemen. Ook zet CARE zich in voor een rechtvaardig internationaal klimaatbeleid.

Meer weten? Neem contact op met Rosa van Driel, Advocacy Officer klimaatadaptatie bij CARE Nederland.